donderdag 22 juli 2010

Post-IBO tour en het tweede afscheid

Hoewel de leerlingen al terug zijn in Nederland en de verhalen misschien al lang verteld zijn, volgt hier toch het verhaal van de twee dagen na de IBO.

Zondagochtend om 9 uur trof het hele team elkaar in de bus. Samen met de Ieren en de Letten gingen we naar het station van Busan. Iedereen zat natuurlijk te suffen in de bus, na deze korte of afwezige nacht. Na enige communicatiestoringen met de baliemedewerker kwamen we erachter dat de eerstvolgende trein naar Gyeongju over een uur zou gaan. Dat gaf ons de kans om nog even wat tijd op het stationsplein door te brengen. Een zwerver vond ons een goed doelwit om wat te bedelen, maar hij had geen rekening gehouden met de aanwezigheid van Hans Morelis. Met het presenteren van zijn lege hand diepte Hans een propje op dat hij aan de zwerver gaf. Met enig gemok bracht die het naar de iets verderop staande vuilnisbak. Toen hij terugkeerde haalde Hans een muntje uit zijn zak en hield het uitdagend in de lucht. Het was tijd voor ‘de grote verdwijntruc’. Het muntje ging in de vuist van de andere hand, met de vrije hand werd wat ‘magisch poeder’ uit de broekzak gehaald en over de vuist gestrooid en tada, het muntje was verdwenen. De verbazing van de zwerver was eindeloos en de uitdrukking op zijn gezicht onbetaalbaar. Meteen pakte hij er een muntje van zichzelf bij en gaf dat aan Hans. Die herhaalde zijn truc, om de zwerver vervolgens te belonen met een iets waardevoller muntje. Na dit spectakel was het voor sommige van ons tijd om een douche te nemen in de fontein op het plein, zodat ze vervolgens doorweekt in de geairconditionde trein konden plaatsnemen. In de trein werd vooral geslapen en gekletst. Toen we bijna op de bestemming zouden aankomen bleken Stephen en Leon in een diepe slaap te zijn beland. Het roepen van hun naam en zachtjes schudden hadden geen zin. Van Stephen konden we zelfs de medaille afpakken die om zijn nek hing, zonder dat hij ook maar een kik gaf. Drastische maatregelen waren nodig, dus Hans pakte zijn flesje water erbij en schonk een beetje in het dopje. Toen een paar druppels op Stephens handen geen enkel effect opleverden gingen we nog een stapje verder. Een paar druppels in zijn nek gaven eindelijk het gewenste resultaat. Bij Leon haalde zelfs dit niets uit. Een beetje verloren haalden we de oortjes van zijn mp3-speler uit zijn oren en dat bleek bijzonder succesvol.

Na aankomst in Gyeongju begon de moeheid zijn tol te eisen. Na een kort intermezzo met ijsjes vertrokken we met de taxi naar ons motelletje. Daar vertrokken we meteen weer om een lunch te halen, die we opaten in het park met graftombes en tussen de gepensioneerde Koreaanse mannen. Hans knoopte een gesprek aan en met wat hulp van de foto’s en de IBO-vlag die Laura bij zich had konden we uitleggen dat de leerlingen bronzen medailles hadden gewonnen bij de IBO. Ze keken tevreden naar de pennen die ze van ons kregen. We liepen door naar het grotere park met graftombes. Gyeongju was lange tijd de hoofdstad van het Silla koninkrijk. Alle vorsten liggen er bevragen in met gras en bomen begroeide grafheuvels, die ver boven de kleine huisjes uittorenen. Een van de grafheuvels is opengewerkt en replica’s van de inhoud kunnen er worden bekeken. Het bleek dat we de echte voorwerpen twee dagen eerder in het Nationaal museum hadden bekeken en nu, met een verhaal eromheen, viel alles veel meer op z’n plek. Een wandeling door het park volgde, waarna we een poging deden terug te keren en een marktje op te zoeken. Halverwege kwamen we bij een van de hier in veel grotere getalen aanwezige traditionele huizen tot stilstand. De eigenaar nodigde ons binnen uit, waarna bleek dat het om een guesthouse ging. De man toonde ons de eenvoudige kamertjes met geen glas maar papier in de deur en liet ons de waterput in het huis zien. Hij vertelde ons dat we de markt wel konden overslaan, daar was niets aan (en later bleek hij gelijk te hebben), dus kozen we een andere route. We kwamen langs vele winkeltjes vol leuke spulletjes en aten een versgemaakte lekkernij van deeg en mungbonenvulling. Na wat rondgelopen te hebben op een andere markt kozen we een net uitziend restaurant uit voor het avondeten. We moesten er, zoals het hoort, op een kussentje op de grond zitten, aan tafeltjes die Ikea salontafels zou noemen. Het bestellen moest wederom met handen en voeten, maar we kregen wat we wilden. Dit eten smaakte bijzonder goed en staat tot nu toe met stip op 1 in onze culinaire beleving van dit land. De soep met ei, champignons en dumplings moest nog een keer bijbesteld worden om aan de vraag te voldoen.
Daarna verplaatsen we ons naar het hoogtepunt van de dag: de karaokebar. Wij als juryleden hadden dit inmiddels meegemaakt en wilden dit de leerlingen niet onthouden. De muziekkeuze was deze keer iets anders, maar de pret was er niet minder om.

Op maandag gingen we vroeg uit de veren, om nog wat aan onze laatste uurtjes in Gyeongju te hebben. Dat bleek niet voor iedereen even eenvoudig te zijn en ruim een half uur later dan gepland konden we dan eindelijk vertrekken. We aten wat bij de supermarkt twee hoeken verderop en zochten daarna de fietsverhuur op. Tot Stephens grote vreugde gingen we mountainbiken in het nationaal park ten zuiden van de stad. We gingen zelfs een berg op! Toen we eenmaal de stad uitwaren werden we omringd door rijstvelden waar hier en daar vrouwen aan het werk waren, met als achtergrond de bergen. Na een uurtje fietsen kwamen we bij een viezig meertje aan de voet van een berg. Daar vonden we niet alleen twee pagoda’s, maar ook een veldje bloeiende lotusbloemen. Twee Koreaanse fotografen waren druk in de weer om ze op beeld vast te leggen. Wij deden hetzelfde en probeerden een beetje af te koelen van de warme fietstocht. Daarna konden we eindelijk aan Stephens wens voldoen: we gingen de berg opfietsen. Gelukkig stopte hier ook het asfalt, zodat onze mountainbikes ook echt enige functie hadden. Na het bereiken van een hek gingen we nog even te voet verder. De terugreis naar de lager geleden stad verliep een stuk sneller. Toen we er aankwamen was er alleen nog tijd voor de hoognodige zaken: eten, koffers ophalen en naar het station. We zeiden Gyeongju gedag en vertrokken met de trein naar Seoel, een trip die 5 uur zou duren. Hoewel de uitzichten prachtig waren werd er natuurlijk weer vollop geslapen.
Seoel bracht weinig verrassingen deze keer. We hadden geen tijd meer om de stad in te gaan dus beperkten we ons tot de supermarkt naast het hotel om ontbijt te kopen. Family mart is ons tweede thuis geworden deze reis en inmiddels weten we heel goed welke noedels lekker zijn en welke te heet, ondanks het ontbreken van romeinse tekens op de verpakking.
In het hotel lag er nog een belangrijke activiteit op ons te wachten. De jury krijgt namelijk altijd grote hoeveelheden cadeaus en is van mening dat die onder alle teamleden verdeeld moeten worden. Dus troffen de leerlingen een bed vol spulletjes aan die ze onderling moesten verdelen. Hun koffers, die toch al aan overgewicht leden, kregen zo een hevige vorm van obesitas.
Na een sauna (voor Stephen en Leon) en een relatief lange nacht vertrokken we (alweer een kwartier te laat) naar de bushalte. Deze keer met twee tassen minder: Eva en ik zouden immers alleen uitzwaaien. Het laatste half uurtje van onze gezamelijke reis brak aan. De afgelopen anderhalve week waren werkelijk voorbij gevlogen en het is onvoorstelbaar dat zoveel belevenissen en zoveel nieuwe vrienden in zo’n korte tijd passen. Het zijn herinneringen die we nooit meer zullen vergeten, ook al zien we de andere deelnemers nooit meer en keren we nooit meer terug naar Korea.
Bus 6011 verscheen in zicht. Een groepshug, even zwaaien en weg waren ze. Tot ziens in Nederland!


maandag 19 juli 2010

Eindelijk ontspannen

’s Avonds zagen we eindelijk de leerlingen weer. De ontspanning was van alle gezichten af te lezen. Ons team vond dat de theorietoetsen goed waren gegaan. Ze hadden soms moeten gokken, maar snapten in ieder geval waar het over ging. De olympiade zou vanaf nu alleen nog maar uit een groot sociaal event zijn, al had ons team al een solide basis gelegd. Deze avond was er daarom tijd voor de friendship night. Wij mochten er even bij zijn en ik genoot van het enorme plezier dat alle leerlingen hadden in de omgang met elkaar. De IBO-voorzitter Poon had weer gelijk gekregen: in een paar dagen tijd maak je vrienden voor het leven. De friendship night duurde slechts twee uur en was volledig geregiseerd, maar dat kon de pret wederom niet drukken.
De leerlingen gingen lekker feesten en de jury ging terug naar de jurykamer. Ons wachtte de schone taak om de resultaten van de prakticumtoets in de zien en het werk van de nakijkers te controleren. Er waren weinig verrassingen en het werk was iets na twaalven klaar. Zo konden ook wij nog wat tijd besteden aan onze nieuwe vrienden in de jury.
De vrijdag beloofde al bij voorbaat de vergelijking met een gekkenhuis te overtreffen. We gingen weer een tempel bekijken, maar deze keer gingen ook alle leerlingen en gidsen mee. Zo’n 600 man werden in bussen gehesen en er twee uur later in de gietende regen weer uitgehaald. Gelukkig waren er voor de leerlingen wegwerpregenjasjes geregeld. En zoals te verwachten was hadden de leerlingen bijzonder weinig aandacht voor de tempel. Die tempel ligt er over 20 jaar nog steeds, maar er zullen nooit meer 60 nationaliteiten op hetzelfde moment aanwezig zijn. ’s Middags gingen we nog naar het beste museum van het land, maar helaas ging ook hier een hoop verloren in de massa. Gelukkig was het inmiddels droog en was het buiten goed toeven. Daarna was er voor de leerlingen wat tijd om souveniers te shoppen. De jury kroop weer bij elkaar in de welbekende jurykamer (die overigens verre van de omvang van een ‘kamer’ had, stel je een oversized sporthal voor). De theorietoetsen kwamen terug. Helaas zat er een fout in het nakijkwerk, wat de organisatie dus wat overwerk kostte. Er moest ook nog gewoon vergaderd worden, waardoor we uiteindelijk pas om 2 uur de zaal konden verlaten. De Europeanen grapten al dat we geen enkele last van een jetlag zouden hebben bij terugkomst: we zaten gewoon in het Europeaanse dag en nacht ritme.
Voor de leerlingen was het die nacht natuurlijk niet veel anders. Toch moesten zij de volgende ochtend weer vroeg op voor de laatste 'culturele activiteit'. Om drie uur begon de spanning dan eindelijk goed toe te nemen. Ineens kwam de uitslag wel heel dichtbij! Het hele gezelschap vertrok naar het theater waar ook de opening had plaatsgevonden. Een Koreaanse muziekgroep opende het geheel. Daarna volgde weer de in deze spanning oh zo vervelende speeches. Toen werd dan eindelijk met de prijsuitreiking begonnen. Voor ons was de spanning bij de 8ste ronde medailles eindelijk voorbij: allevier de studenten hebben een bronzen medaille! Laura, Leon, Remie en Stephen: VAN HARTE GEFELICITEERD!!!
Natuurlijk ging de prijsuitreiking gepaard met veel verschillende emoties, van groot verdriet tot overdadig geluk. Toch was de sfeer steeds geweldig. Stephen stal op wonderbaarlijke wijze (en in opdracht van ons) de vlag van het podium, waarmee de trend van het foto's maken met vlag werd gezet. Hopelijk verschijnt er daarvan spoedig een op de blog. Toen alle vlagen weer op hun plek stonden vertrokken we naar het grote afscheiddiner. Ook hier was er weer een overdaad aan Koreaanse dans en zang te bewonderen. Daarna kon het echte afscheid pas beginnen. Daar de meeste landen zondagochtend vroeg al weer vertrokken, werd er de hele nacht door feestgevierd, lol getrapt en uiteindelijk uitgezwaaid. Ons avontuur ging nog twee daagjes verder (een verhaaltje volgt), maar inmiddels zitten ook die erop. De tijd vliegt. Morgenochtend gaan we het vliegveld weer opzoeken en deze keer zwaaien Eva en ik onze leerlingen uit.



De flora en fauna van de IBO

Op woensdag was voor de leerlingen dezelfde excursie georganiseerd als voor de jury de dag ervoor. ’s Ochtends ging men ‘op safari’ door de grootste scheepswerf ter wereld, van Daewoo. Daarna werd er rondgelopen in het park rondom een dinosaurusvoetafdruk. Maar omdat de afdruk nogal vaag was en de beelden van de dino’s enigszins kinderachtig en verre van waarheidsgetrouw gingen de studenten als echte biologen achter de plaatselijke flora en fauna aan. Daarbij mogen in dit geval naast de inheemse fauna ook de aanwezige mede-IBO’ers gerekend worden.

Voor de jury bestond de dag uit het vertalen en bediscussieren van de theorietoets. Hoewel ook deze toets van hoge kwaliteit was, verliep de discussie toch langzaam, om over de vertaling maar niet te spreken. We arriveerden om 9 uur ‘s ochtends in de jurykamer en verlieten hem 20 uur later totaal geradbraakt. Naarmate de nacht vorderde werd het beeld om ons heen steeds triester. Iedereen werd stiller en kroop meer en meer in zijn of haar laptop. Tegen vijven ’s ochtends en enkele boomstammen aan papier verder kropen we weer in bed. Later zou blijken dat de moeheid het werk van de jury niet ten goede was gekomen. Hoewel de fouten zich bij ons beperkten tot het ontbreken van de vertaling van een vraag, waren er bij 12 delegaties verkeerde documenten in de toetsenveloppen gestopt, waardoor sommige leerlingen helemaal geen toets konden maken. Gelukkig kon de organisatie dit allemaal op een nette manier oplossen.
De donderdag van de theorietoetsen was zonnig en warm. Terwijl de leerlingen ploeterden in een geairconditionde toetszaal trok de jury erop uit om het Tongdosa tempelcomplex te bezoeken. Wat meteen opviel is dat een groep van 150 leden van een internationale jury en de serene rust van de boeddhistische levenswijze niet zo goed samen gaan. Een internationale jury trekt de pers aan, dus waren er meer fotocamera’s op bezoek in het complex dan juryleden. Tussen de juryleden zwermden tientallen gidsen van de organisatie en de tempel, die de jury op de aziatische manier van toerisme bedrijven door het complex wilden jagen: loop in orderlijke groepjes van hoogtepunt naar hoogtepunt, ervaar voor twee minuten en ‘please move on’. Dit faalde volledig toen men een longhornbeetle en een zwaluwnestje ontdekte. Ook de jury bestaat uit biologen. Gelukkig werd het na twee uurtjes iets relaxter. We werden toegsproken door de hoofdmonnik en we konden een beetje rondlopen. De lunch was eenvoudig, vegetarisch en toch lekker. Toen een van de monikken vond dat we te weinig van de gedroogde zeewier probeerden nam hij er stukjes van, vouwde ze op en stak ze in onze mond. Na de lunch was er een speciale theeceremonie voorbereid voor ons. Het stilzitten en de rustige muziek bracht de moeheid weer naar boven, maar het was wel een bijzondere ervaring. De vrouwen waren prachtig gekleed in traditionele kledij die van eenvoudige, maar prachtige linnen stof gemaakt is. De mierzoete siroopachtige thee smaakte ons goed in het hete weer. De geplande afsluiting was een bezoek aan het kunstmuseum in het complex, maar op aanraden van de Tsjechische monnik die we inmiddels hadden ontmoet kozen we voor een alternatieve activiteit: we gingen een van de bergen om het complex oplopen. Zo zagen we niet alleen een prachtig uitzicht, maar ook nog wat Koreaanse natuur.


Prakticumtoetsen en vreemde culturen

En zo vloog er ongemerkt weer een halve week voorbij. Terwijl de leerlingen nu bijna naar huis gaan heb ik door het uitzitten van een lange treinreis de tijd om het verhaal van de afgelopen week op te schrijven.



De maandagmiddag werd voor de leerlingen gevuld door een labinspectie. Ze mochten de labs zien waar de volgende dag de praktische toets gehouden zou worden. De lege ecologiezaal riep veel vragen op: waarom moeten we een lege zaal inspecteren? Voor de jury begon het echte werk, want de praktische toets moest vertaald gaan worden. Na een vertraging van 1,5 uur door het checken van alle laptops op de verplichte virusscanner, kon de discussie om 15.30 uur eindelijk gaan beginnen. De onderwerpen van de toets waren leuk en de gekozen benadering origineel en van hoge kwaliteit. Echter, de organisatie had deze keer alle voorgaande jaren overtroffen in de hoeveelheid woorden die ze nodig hadden voor de toets. Het gevolg was de juryroom om 4 uur ’s ochtends nog voor 80% gevuld was. Toen we iets voor zessen ’s ochtends de zaal verlieten en even genoten van het panorama van een ontwakend Changwon, zaten er nog verschillende delegaties in de zaal. Iets later, om zes uur, stonden we voor de ontbijtzaal om wat te eten. Terwijl de leerlingen opstonden en zich klaarmaakten voor de lange toetsdag, gingen wij uitgeput naar bed.


Hoewel we het eigenlijk niet hadden gepland, sliepen we een gat in de dag. We misten de wekker en daarmee ook de bus naar de excursie. Achteraf bleek slapen een zeer goede tijdsbesteding te zijn, gezien het slechte humeur van de moesson. Toen we aan het begin van de middag wakker werden bedachten we dat we dan maar Changwon in zouden gaan. We kozen een markt uit en vertrokken naar de bushalte. Het gezelschap bestond uit mezelf, Eva, Hans en Hugo van het Belgische team. Op de markt maakten we kennis met de echte Koreaanse quisine. Alle mogelijke rijstsnoepjes, groenten en theeen werden aangeboden en natuurlijk veel vlees en nog veel meer vis, inktvis, octopus en schelpdieren. In veel gevallen leefden de vissen nog of lagen ze met een sateprikker tussen hun kieuwen te drogen. Ook levende octopussen, zeekomkommers en zakpijpen behoorden tot de mogelijkheden. Aan de dierlijke producten hebben we ons niet gewaagd, maar wel aan de snoepjes en lotusbloemen, die in beide gevallen veel van onze smaakpapillen vergden.


’s Avonds bracht de volledige jury een bliksembezoek aan de leerlingen, nadat deze terugkwamen na een dag vol intensieve toetsen. De reacties liepen erg uiteen, de een was overweldigd, de ander teleurgesteld. Ons team was vrij unaniem: de ecologietoets was prima te doen, maar het celbiologiedeel was veel te lang. De leerlingen waren in vier groepen verdeeld en iedere groep had een andere kleur labjas. De wirwar van groene, blauwe, gele en paarse lapjassen gaf een gezellig gezicht. Na een half uur werd de jury al weer de zaal uit getrokken en hobbelden we weer terug naar ons hotel. Voor ons begon de eerste ontspannen avond van de week. Een delegatie van de jury besloot zich te verdiepen in de Koreaanse jongerencultuur en ging naar de dichtsbijzijnde karaokebar. Net als alle mogelijke levensbehoeften was ook deze in het hotel aanwezig. Daar bleek maar weer eens hoe goed muziek is in het bij elkaar brengen van mensen. De leerlingen ervaarden in deze dagen hetzelfde: Stephen maakte zich letterlijk over de hele wereld beroemd en berucht met zijn ukulele. Een betere ijsbreker is er niet, of het nou om het mannelijk of het vrouwelijk geslacht gaat.


vrijdag 16 juli 2010

Het begin van de IBO




Na een lange radiostilte eindelijk weer een berichtje. De leerlingen en de jury hebben deze IBO-week een overvol, strak geregiseerd programma. Daarnaast stonden onze laptops tijdens de toetsperiode achter slot en grendel om te voorkomen dat juryleden hun studenten een steuntje in de rug geven. Ik zal verder gaan waar het vorige bericht is gestopt, al weer vijf dagen geleden.

Op zondag kwamen we rond twee uur aan op het station van Busan. In de stationshal stond het welkomscomite klaar en maakten we voor het eerst kennis met de gele t-shirt, de gidsen en ondersteunde staf. Onze gids, Sunny, had een leuk bord met de namen van de leerlingen voor ons gemaakt, een leuk welkom dus. De bus stond al klaar, dus we konden meteen doorlopen, al moesten we daarbij wel de moesson trotseren, die bedacht had dat een leuk welkom in Busan bestond uit een millimeter of 10 aan water in een half uur. Een uurtje later waren we in Changwon en kregen we het juryhotel te zien. Om het hotel te omschrijven volstaan alleen superlatieven en het zal de jury deze week aan niets ontbreken. Na een straks gecontroleerde inschrijving (een meter verplaatsen leverde bij de gids al merkbare stress op) kwam het Spaanse team binnen. Met de wereldbekerfinale op komst kon dat alleen maar een bijzondere kennismaking worden. Er werd meteen een groepsfoto gemaakt en er werd afgesproken die nacht samen naar de wedstrijd bekijken, ook al betekende dit dat men al om 3.30 uur het Wilhelmus zou moeten zingen. De leerlingen vertrokken daarna naar hun eigen studentenverblijf en de juryleden bleven achter om onder het genot van het eerste van vele luxe maaltijden kennis te maken/bij te praten met de collega-juryleden uit de 59 andere aanwezige landen.
Maandag begon de dag met de openingsceremonie. Een enorm theater werd gevuld met 250 juryleden, enkele honderden Koreaanse leerlingen uit de basisschoolleeftijd en een tiental bobo’s (minister, burgemeester, provinciehoofd, universiteitsdirecteur, enz.). De teams presenteerde zich een voor een op het podium, samen met de vlag en in ons geval Geertruide van Scheveningen, Schannuleke, Jochem en de nieuwe aanwinsten Hendrik en Hendrik Huygens, onze mascottes. Daarna kwam een 24 koppige Koreaanse dansgroep ons kennis laten maken met traditionele dansen, waarbij de danseressen omringd worden door vijf trommels. Toen volgde een serie speeches, waarbij de teams en een aanzienlijk deel van de jury gebruikmaakte om de jetlag nog wat weg te slapen.
Hier houdt het verhaal voor nu weer even op, want het diner wacht en daarna volgt er meteen weer een jurymeeting. Morgen meer.

zondag 11 juli 2010

Eerste begin van de andere kant van de wereld

De IBO is begonnen! Vrijdagochtend heel vroeg verzamelde een klein clubje mensen zich in de vertrekhal van Schiphol. De reis voert het team dit jaar naar Korea. Met zes van de zeven teamsleden maakten we ons vrijdag na de douane te hebben gepasseerd op voor het eerste deel van de reis. Tot ons genoegen mochten we de korte vlucht naar Munchen maken in een klein Bombardier vliegtuigje, waar 86 mensen in kunnen. In Munchen wachtte ons het andere uiterste: een Airbus 340 zou ons de halve wereld over brengen. Na een lange vlucht en een dag in Seoel was er eindelijk wat tijd voor het schrijven van het eerste bericht.


Zondag 11-07-2010, locale tijd: 13.30 uur:

Het is zondag, rond het middaguur en  we zitten in de trein naar het zuiden. We hebben al meer dan een etmaal erop zitten in Korea en we hebben al bakken met ervaringen opgedaan. De vliegreis was lang, maar verliep erg soepel. Het slapen lukte niet bij iedereen even goed, maar het ruime aanbod aan films en de noodles verzachtte het leed. Direct na de landing begon de vochtige warmte door te dringen en werd ons duidelijk dat we flink zouden moeten aclimatiseren. In de aankomsthal liepen we meteen tegen een bordje met ‘IBO the Netherlands’  aan, waarna we werden begeleid naar onze bus. Buiten was de warmte nog een beetje indringender. In de bus kregen we maar weinig te zien van de omgeving van het vliegveld, omdat de zee aan het zicht werd onttrokken door dikke mistflarden. Met het binnenrijden van Seoel verdween de mist. Bij Anguk station stapten we uit en tot onze verbazing stopte er meteen een taxi, na een minuut gevolgd door een tweede. Na wat gepas en geprop was ook Leons koffer binnen boord en vertrokken we naar het hotel.
Het was pas 8 uur ’s ochtends, wat totaal indruiste tegen ons door de jetlag verstoorde gevoel. Een half uur later liepen we richtig stad, op zoek naar second breakfast. We vonden een wijk met smalle straatjes waar je, tot onze verbazing, tweedehands computeronderdelen kon kopen, in ieder winkeltje een type onderdeel. In een winkeltje lagen de koelblokken van de grond tot aan het plafond tegen de ruit gestapeld. Aan de overkant van de straat kon je amperemeters kopen. Iets verderop, op een pleintje, konden we een blik werpen op de organisatie van het elektriciteitnetwerk van de stad. Dikke kluwen kabels hingen aan kromme palen boven de huizen. Elektriciteitsmeters hangen naast de airco’s aan de buitenmuur. Wie elektriciteit nodig heeft, neemt dat gewoon, zo lijkt het. We eindigden uiteindelijk tegen tienen in een minuscuul eettentje, waar een vrouw en haar zoon heerlijke noodles en Koreaanse sushi voor ons maakten. Een bijzonder ontbijt, maar erg lekker.
We vervolgden onze weg naar het koninklijk paleis, waar we midden in de wisseling van de wacht vielen. Inmiddels begon de moeheid en de warmte zijn tol te eisen. Met pauzes om de 100 meter liepen we een rondje langs de paleisgebouwen en de vijver. Daarna vertrokken we naar het museum, waar de airco het verblijf in eerste instantie aangenamer maakte, maar het gebrek aan daglicht ons uiteindelijk de kop kostte. Na een korte lunch konden we inchecken in ons hotel, waar we ons terugtrokken voor een welverdiende en hoognodige powernap. Dat bleek een bijzonder goede actie te zijn en na een douche voelde iedereen zich weer een stuk beter.
Rond vijf uur gingen we op speciaal verzoek op jacht naar elektronica. Tijdens onze wandeltocht kwamen we nog wat meer over de Koreaanse cultuur te weten. Tot onze verbazing zagen we dat alle winkels zeer gespecialiseerd zijn en alle winkels die hetzelfde verkopen in dezelfde straat zitten. De eerste straat die we doorliepen telde minimaal 15 buitensportwinkels, waarna we de keukenstraat doorliepen. Vervolgens vonden we de permanente lapjesmarkt, waar tot onze verbazing alleen maar mannen achter de balies stonden. Het volgende straatje zat vol met eethuisjes, de een duidelijk populairder onder de Koreanen dan de andere. De vis werd gewoon op straat klaargemaakt. Terwijl de straten alsmaar drukker werden vonden we de wijk met de warenhuizen. Na eerst met de roltrappen op en neer naar de tiende verdieping te zijn geweest vond Stephen in de kelder iets dat hij wel zag zitten: een Nike t-shirt. Hij ging als een ervaren koopman staan afdingen, waarbij hij het geluk had dat zijn gesprekspartner goed Engels sprak. Na 1/3 van de prijs afgehaald te hebben kocht hij het shirt. In de tussentijd had de rest van de groep een gesprek aangeknoopt met een andere verkoper, die helemaal enthousiast werd toen hij begreep met Nederlanders te maken te hebben. Het hele voetbalelftal kon hij opratelen, met de mededeling dat hij voor ons zou juichen. We kregen ook allemaal een button cadeau.
Net toen we op zoek wilden naar een avondmaaltijd liepen we tegen een kermisattractie aan. Dat deze attractie nooit op een Nederlandse kermis zou mogen staan maakte dat we nieuwsgierig bleven staan. De attractie bestond uit een ronde bank, die om zijn as draaide en daarbij ook met een kant omhoog kon komen. Tot zover lijkt het dus op een ‘centrifuge’ zoals die ook in sommige Nederlandse pretparken te vinden is/was. Het bijzondere: bij deze centrifuge zat er een man achter een knopje dat het ding op en neer kon laten schudden. Het gevolg: mensen die zich wanhopig aan de wand en elkaars ledematen hangen om niet naar het midden gelanceerd te worden. Toen er twee meisjes met rokjes instapten, die vervolgens bleven proberen om hun rokjes naar beneden te houden, was het feest compleet. Met vlagen zat de bediener van het magische knopje te gieren van het lachen in de microfoon. De filmpjes zullen binnenkort op YouTube verschijnen...   
Het Koreaanse avondeten was voor ons ook al een enorme attractie, want deze keer troffen we een paar van de vele Koreanen die geen Engels spreken. Na enig vruchteloos uitwisselen van zinnen besloten we gewoon wat aan te wijzen op de plaatjes die buiten hingen. We kregen precies wat we wilden en het smaakte nog erg goed ook. We hadden zelfs een vegetarisch gerecht te eten! Tot onze grote verbazing kostte het eten voor zes man nog geen 40 euro. De wandeling terug naar het hotel voerde ons lang het riviertje dat de inmiddels enkel met neonlicht verlichte stad doorkruisde. Seoel is in het donker een andere stad. Als de vervuiling zich kan verstoppen in het donker en het gele beton van de flats wordt overstemd door de veelkleurig verlichte uithangborden van de winkeltjes heeft de stad iets gezelligs, hoewel de geuren blijven.
We kochten ons ontbijt in en gingen terug naar het hotel. Daar konden we eindelijk de jetlag gaan wegslapen en dat was uiteraard meer dan welkom.
Vanochtend is iedereen veel frisser en is de warmte ook al een beetje gewend. We maken nu wel voor het eerst kennis met de moesson: het regent al vanaf vanochtend onophoudelijk. Terwijl de rijstvelden voorbij zoefen zit ons team te kletsen met de Belgische delegatie, die dezelfde trein hebben genomen. Het Litouwse team zit in de trein achter ons. Met de teams uit Zweden en Estland hebben we een vliegtuig gedeeld, maar zij vlogen meteen door naar Busan. We hebben ons eerste IBO voorproefje dus al gehad. We kunnen nog eventjes gaan genieten van de Koreaanse dorpjes die tegen de heuvels ligen. Nog een half uurtje en dan gaat de IBO echt beginnen.


vrijdag 11 juni 2010

Gelukkig hebben we de foto's nog

Na een week hard werken is iedereen weer thuis. Na de laatste lange toetssessie van gisterenochtend begon langzaamaan het besef te komen dat het einde nabij was. Als je om je heen keek zag je ineens 19 vrienden, niet meer 19 jonge mensen die toevallig allemaal goed zijn in biologie. Voor de leiding zijn de laatste uren van de olympiade hard werken en dat gaf de olympisten de tijd om hun plannetjes voor de prijsuitreiking voor te bereiden.
Om vier uur begonnen we met dubbele gevoelens aan de prijsuitreiking. Iedereen was blij met het vooruitzicht de moeheid van een week eindelijk weg te kunnen slapen, maar het bijbehorende afscheid van je nieuwe vrienden viel zwaar. Daarbovenop kwam nog de spanning van de op handen zijnde ontknoping. Na een terugblik door Ange op alle hoogtepunten van de week olympiade kwam dan eindelijk het verlossende woord van Hans Morelis. Voor sommige was de uitslag misschien wat teleurstellend. Maar zoals Hans ook aangaf: meedoen is bij de olympiade uiteindelijk veel belangrijker dan winnen. De aanwezigheid van de grote groep 'grijze muizen', beter bekend als oud-olympisten, die al jaren een hechte vriendengroep vormen is hier het beste bewijs van. Voor sommige andere deelnemers was de uitslag een totale verrassing. Toen de top vier eindelijk bekend was kende de euforie geen grenzen. Hans, Eva en ikzelf mogen dit jaar op stap met een geweldig team: Leon, Remie, Laura en Stephen. Zij mogen Nederland gaan vertegenwoordigen bij de Internationale Biologie Olympiade en daarbij een geweldige tijd beleven in Zuid-Korea. Wat hebben we er zin in!
De prijsuitreiking kreeg een onverwachts slot toen de olympisten zich verzamelden voor een groepsfoto. De organisatie werd toegezongen! Met enkele tientallen meters slinger, vol met de leukste herinneringen aan de voorbije week, was het feest helemaal compleet.
Rond 7 uur 's avonds was het weer rustig in het Forumgebouw en was de laatste bagage verdwenen uit De Barg. Met geweldige herinneringen en een enorme berg foto's vertrokken we naar huis. De olympiadeweek zit erop, maar voor de olympisten is het avontuur nog niet voorbij: ze zullen elkaar ongetwijfeld snel weer zien en de gezelligheid voortzetten.